Aan welke universele criteria kun je je handelingen toetsen om te bepalen of je iets goed doet (en er goed ‘aan’ doet), in principe in welke situatie, in welke context in de praktijk dan ook? Wat betekent ‘goed’?
Antwoorden werk ik uit in mijn boek ‘Het goede doen, de logica van het ware geluk’.
Fragment uit inleiding titelverhaal ‘Het goede doen’, over actief zijn:
‘Actie doet goed. In actie maak je energie vrij. Je doet recht aan hoe je in elkaar zit, aan je systeem. Als wezens zijn we geboren actief. We hebben, of beter gezegd ‘zijn’ een stelsel van botten, sieren en gewrichten die onderling samenwerken en ons doen bewegen. Bewegen hoef je in dit verband niet alleen in engere zin op te vatten van sportief-lijfelijk in actie zijn. Als je een boek leest of schrijft, ben je ook met iets in beweging. Het staat voor ondernemen in ruime zin.
Actief zijn betekent tegelijkertijd ‘interactief’ zijn. Als systeem functioneren wij in een omgeving waarmee we in wisselwerking staan. Op biologisch niveau ademen we in en uit. We nemen voedsel in ons op en scheiden stoffen af. Maar ook op psychologisch niveau doen we indrukken op en ventileren deze als het goed is. In actie komt ook al gauw sociale interactie om de hoek kijken. Je komt eerder mensen tegen en maakt situaties mee die uitnodigen tot verdere samenwerking, enz.
Beweging is essentieel op alle niveaus van ons bestaan. We spreken ook van ‘denkbewegingen’ en ‘gemoedsbewegingen’. Rond bepaalde ideeën en opvattingen kan een politieke ‘beweging’ of stroming ontstaan.
Hoe kun je bewegen vanuit rust en rust vinden in beweging?’
Geef een reactie