Praktijkvoorbeeld

Heel vaak heb ik studenten geholpen met onderwerpen als zenuwen, stress, faalangst, gebrek aan motivatie en ‘zich er niet toe kunnen zetten’ aan het werk te gaan. Bijna altijd gingen zij uit van dezelfde ‘onware’ gedachten.

Hier volgen er een paar, waar ik ‘ware’ gedachten tegenover stel, in beknopt commentaar.

Ik moet slagen voor dit tentamen!

‘Wat is ‘moeten’? Er moet niets. Reëel is het om te denken: ‘ik doe mijn best’ om te slagen en: ‘ik doe wat ik kan doen om’… 

‘Waarom’ lukt het mij niet? 

‘Het heeft geen zin je af te vragen ‘waarom’ en naar redenen en oorzaken te zoeken. Mensen komen in beweging door de doelen die zij stellen. Welke doelen heb/had je binnen en buiten je studie? 

Ik studeer voor mijn tentamen en voor een goed cijfer.

Waarvoor studeer je ‘eigenlijk’? Wat is het ‘ware’ doel? Volg de doelstellingen die inherent zijn aan de actie/het studeren zelf: kennis vergaren, inzichten verkrijgen, vaardigheden vergroten, enz. Dat geeft inhoud en betekenis aan wat je doet. Het cijfer is dan niet meer het ‘resultaat’ waarnaar je streeft, maar het effect van de manier waarop je nu goed (‘intrinsiek’ gemotiveerd!) bezig bent.